Time flies. Een jaar geleden is het al dat ik voorgoed de deur van mijn huis dichttrok, mijn meubels opsloeg in de hangar van vrienden, mijn lieve vader voor eeuwig vaarwel zei en met Ton the nomad life aanging.
Een goed jaar daarvoor had ik een tarotkaart getrokken met de vraag: wat gebeurt er als ik mijn job loslaat? Ik trok de kaart van de Toren: alle valse houvast valt onder je voeten weg, alles wat je niet meer dient stort in. Hm. Stevig. Maar de kaart voor wat er zou gebeuren als ik mijn job niét zou verlaten, was niet bemoedigender: indolentie, stilstand, teleurstelling, depressie. Nu laat ik mijn leven niet zomaar afhangen van kaarten, maar de boodschap bevestigde een dieper gevoel. Langer in het oude blijven was geen optie, er staat iets nieuws te wachten, in mij en in de wereld, en het nieuwe houdt nu eenmaal in dat je het oude een stuk durft lost te laten.
Ik trok de kaart van de Toren: alle valse houvast valt onder je voeten weg...
Bovendien voelde ik dat de toekomst wel eens vrij turbulent zou kunnen worden en dat de weg die mijn vriend en ik ingingen ons op de een of andere manier vaardigheden zou kunnen leren die we in de toekomst nodig zouden hebben. Een stuk los kunnen komen van materie? Durven verhuizen naar een heel nieuwe plek? Kunnen vertrouwen op de course van het leven? Onze eigen weg durven gaan, no matter what?
Wat het zou worden, wisten we niet, maar dat dit op dit moment onze weg was, voelden we wel.
En dus zijn we vertrokken – en hebben we het afgelopen jaar in totaal zo’n veertigtal keer gepakt om weer door te trekken. Heen en weer, van hier naar daar – en soms terug. Heel dichtbij en onverwacht soms heel ver weg. En inderdaad ging het afgelopen jaar over steeds weer loslaten. Loslaten van een plek die veiligheid en structuur en houvast biedt (een bizar gegeven, zeker in coronatijden). Loslaten van allerlei spullen waar je aan gehecht bent, van boeken die je niet spontaan uit de kast kan plukken tot gemaksproducten zoals haardrogers die te groot zijn om overal mee te zeulen. Loslaten van werk, werkidentiteit en vast inkomen – en alles wat daarmee samenhangt. Loslaten van denken te weten waar mijn leven naartoe gaat. Loslaten van België als mijn enige echte heimat. Loslaten van de idee per se ‘iemand’ te moeten zijn of iets te moeten betekenen in de wereld (een moeilijke, zeker in deze tijden). Loslaten van een mening moeten hebben. Loslaten van het moéten van wat dan ook. Bij tijden voelde en voelt het als het stadium tussen rups en vlinder, als het oplossen in de cocon.
Go with the flow werd een waar experiment. Een plezier, een struggle, een gevloek, een avontuur, een soort overgave.
En onderweg kreeg ik hier en daar inzichten, en ook kleine en grotere levenslessen. Voor wie het kan interesseren, som ik er een paar op.
Wat the nomad life me (zoal) heeft geleerd:
1. Dat het pfiew… veel TIJD vraagt om je langzaam maar wel los te koppelen van oude structuren. Omdat je identiteit en leven aaneenhangt van kleine gewoontes, vanzelfsprekendheden en overtuigingen, die je door je dagelijkse routine telkens weer bevestigt en versterkt. Door die routine los te laten, verslappen die koordjes waar je blijkbaar onbewust aan vasthangt, en worden bepaalde neurologische paden beetje bij beetje overschreven, waardoor er meer vrijheid wordt gecreëerd. Maar dat vraagt tijd.
2. Dat nomadisch leven absoluut zijn charme heeft, maar ook best VERSNIPPERD en CHAOTISCH is. Iets wat mij niet altijd makkelijk valt. Precies omdat de routine zo verstoord wordt en je telkens weer nieuwe ankerpunten moet vinden. Het liefst in jezelf. Maar ook omdat de spullen die je nodig hebt, altijd net op die andere plek blijken te liggen. Hm, bij wie had ik mijn zomerschoenen weer achtergelaten? Dju, mijn lenzenpakket werd toegestuurd naar mijn moeder en nu zijn we in Amsterdam. Van die (ergerlijke) dingen. Maar ook dat went.
3. Dat je dus best LIGHT reist, maar ook niet té light, want je hebt (net nu) niét het geld om alles op elke plek in reserve te kopen. Nomadisch leven is overigens een perfecte manier om te ontspullen, want alles wat je koopt, moet je ook overal met je meezeulen. Dus denk je wel twee keer na.
4. Dat je eigenlijk niet zoveel NODIG hebt en dat het best oké is om een jaar lang vooral die ene jeans en trui aan te hebben. En dat er eigenlijk voor elk gemis een oplossing is. Herinner je ons gezamenlijk coronakapsel. So what, eigenlijk?
5. Dat elke nieuwe plek bij aankomst AANPASSING vraagt, zeker voor gevoelige mensen als wij die energieën en indrukken uit de omgeving (een huis, een plek, een dorp, een land) ‘oppikken’. De eerste dag dat we ergens landen, zijn we overigens meestal vrij slecht gezind. ;-) Ondertussen lachen we er al mee.
6. Dat the nomad life door dit alles best vermoeiend is, waardoor je ook verplicht wordt TRAGER te leven en minder op een dag te doen. Dit herinnert me aan de les die ik ooit kreeg van een vrouw in Israël: go slow, stop often, look close and welcome everything that comes on your path.
Het herinnert me aan de les die ik ooit kreeg van een vrouw in Israël: go slow, stop often, look close and welcome everything that comes on your path.
7. Dat dit soms FRUSTRATIE oproept omdat je vaak op het eind van de dag het gevoel hebt niets te hebben gedaan of niet productief te zijn geweest. En daardoor ook soms overvallen wordt door de angst: waar zijn we eigenlijk mee bezig, is dit wel oké, waar moeten we ons geld halen…? Waardoor we nog maar eens beseffen hoe doordrongen we zijn van de idee dat we ‘hard moeten werken om geld te verdienen’, en hoe moeilijk het is om te vertrouwen dat er ook andere wegen kunnen bestaan. Want na een jaar, gek genoeg, lukt het ons nog steeds. Er komt altijd plotseling érgens geld vandaan (thank God).
8. Dat het leven uiteindelijk voor je ZORGT, als je in vertrouwen je hart durft te volgen, als je de kansen kan zien en als je durft te vragen en te ontvangen. Dit is misschien wel de àllerbelangrijkste les.
9. Dat het leven soms iets anders van je wil dan je EGO. Jeuy, we willen naar het zuiden! Oeps, na twee weken hapert er iets aan de camper en moeten we helemaal terug. Of: ik wil nu lekker ergens verankeren en tussen vier muren schuilen. Maar nee: het leven duwt ons het vliegtuig op. Wat? Really?? Nu??? En toch roept een of andere calling diep vanbinnen op zo'n moment dan harder dan het eigengereide willetje of de comfortzone. Niet altijd makkelijk.
10. Dat je de ‘to do’s van de dag’ niet meer vindt in je routine of in je agenda, maar moet lezen in de SIGNALEN van het leven zelf. Wat vraagt het leven van me vandaag? Waar word ik heen geroepen? Welke signalen zetten me op weg? En vooral: wat gaat vandaag vanzelf? Waar springt mijn hart van op? Waar heb ik echt zin in?
11. Dat je gerust mag plannen, maar dat je steeds weer bereid moet zijn om HET ROER OM TE GOOIEN. Meegaan met wat zich aandient. Niet tegenvechten, maar meebewegen met de mogelijkheden. Waarom gebeurt dit en wat kan het me brengen?
12. Dat door die ingesteldheid het ONVERWACHTE meer ruimte krijgt. Dat er ook meer tijd is om te wanderen en wonderen. Laten we hier eens inslaan en zien wat dat geeft. Soms geeft dat niks speciaals, soms geeft dat de rijkste ervaringen.
13. Dat door zo te leven de SYNCHRONICITEITEN in je leven toenemen, alsof je – door zelf niet té veel te bepalen – een soort groter script van het leven volgt dat meer overziet dan je eigen kleine zelf. Een script met wonderlijke toevalligheden en zelfs de puurste magie. Wie – on earth – regelt dit toch?!
14. Dat je minder en minder gaat leven vanuit het denken (dit is slim om te doen), maar meer en meer gaat leven vanuit het HART (dit voelt goed, dit voelt juist), ook al kan je niet altijd precies beargumenteren waarom.
Langzaam ga je minder leven vanuit het denken (dit is slim om te doen) en meer vanuit het hart (dit voelt juist)...
15. Dat er tussen droom en werkelijkheid soms vooral GEDACHTEN en angsten en weerstanden zitten die je innerlijk tegenhouden. Je kan de uiterlijke beperkingen bevechten – wat soms nodig is – maar je kan ook de innerlijke angsten of overtuigingen onder de loep nemen en zien wat er uiterlijk aan je wereld verandert als je binnenin iets bevrijdt.
16. Dat door langdurig in de vertraging en stroming te gaan je RECHTERHERSENHELFT sterk geactiveerd wordt en je intuïtie aangescherpt. Da's fijn. Minder fijn is dat ondertussen je structureel denken een stuk lijkt weg te vallen: je vergeet makkelijker iets, je weet niet meer welke dag van de week we zijn, iemands verjaardag of een afspraak zijn niet meer top of mind, je moet zien dat je praktische zaken niet vergeet (facturen, boekhouding, attenties voor mensen die belangrijk voor je zijn…). Niet altijd evident en soms ronduit ergerlijk dat die linkerhersenhelft het niet meer als vanzelf ‘doet’.
17. Dat als je in de flow van het hart creëert, je creaties (in mijn geval mijn schrijfsels) niet planmatig en consistent de wereld inkomen, maar eerder SPONTAAN en GRILLIG. Omdat je veel minder tijd achter de computer besteedt. Omdat je niet plant of marketeert, maar laat komen wat wil komen. Ook nieuws en sociale media worden grilliger gevolgd, waardoor je soms mee bent en soms helemaal niet.
De natuur begint harder te roepen dan de technologie. Het verschil tussen die 'dode' wereld en de 'levende' wereld wordt steeds voelbaarder.
18. Dat langzaam maar wel de NATUUR harder begint te roepen dan de technologie (hehe). Dat het verschil tussen die ‘dode’ wereld en de ‘levende’ wereld heel voelbaar wordt. En dat ik steeds meer het verlangen voel om op te komen voor de natuur, voor ‘onze menselijke natuur’, en in uitbreiding: voor 'mijn' authentieke natuur. Mijn bezorgdheid omwille van de aarde en ons collectieve voortbestaan werd onderweg groter dan die voor het virus.
19. Dat ik meer ervaar en MINDER DENK. Meer praktisch word dan theoretisch. Meer lijfelijk dan rationeel. Daardoor lijken ook meningen ineens relatief en soms vrij onbelangrijk. Ook de mijne. Waardoor het respect voor ieders keuzes en ieders weg groeit. We’re all in this together, en we hebben allemaal onze eigen manier. De grootste solidariteit is elkaar daarin te respecteren.
20. Dat daarom ook andermans ideeën minder bepalend worden. Berichten van buitenaf kunnen je dagelijkse ervaringen sterk beginnen inkleuren, terwijl dat je niet altijd dient. Als je dat loslaat, ontdek je dat je vaak VRIJER bent dan je denkt. Er is de wereld zoals ze ons wordt verteld en de wereld zoals je hem zelf ervaart. De eigen ervaring blijft uiteindelijk doorslaggevend.
21. Dat je soms TEGEN DE STROOM in moet zwemmen – niet om de rebel uit te hangen, maar om het hart en de eigen waarheid te kunnen blijven volgen daar waar dat echt belangrijk is.
22. Dat er veel meer manieren zijn om voor jezelf, elkaar en de wereld te ZORGEN, dan één voorgeschreven manier. En dat het belangrijk is je eigen weg daarin te vinden, volgens de omstandigheden waarin je zit. Zeker onderweg vraagt dit alertheid, voor jezelf en de direct betrokkenen.
23. Dat het me meer en meer gaat over ZIJN dan over doen. En dat in dat ‘zijn’ ook spontaan mooie nieuwe dingen kunnen ontstaan, die ik niet had kunnen bedenken of die ik juist door te veel denken en plannen uiteindelijk nooit had durven doen, oeverloos wachtend op perfectie of het perfecte moment. Misschien ontspringt zo wel de echte 'zielentaak'…
En meer en meer gaat het me over 'zijn' en minder over 'doen'...
24. Dat je bij het jezelf spontaan overgeven aan een soort 'zielentaak' je vaak ook je grootste ANGSTEN tegenkomt. Maar het leven zorgt voor je: op dat moment zijn de grootste engelen – aka de beste vrienden – dichtbij.
25. Dat zolang je geen innerlijke impuls voelt om iets te doen, je best je krachten spaart en RUST, WACHT, GENIET, rondkijkt wat het leven je schenkt. One day or another ontstaat er wel een impuls tot handelen.
26. Dat heel veel YIN (voelen, zijn, stromen, ervaren) ineens een enorme drang tot YANG kan oproepen: ineens ga je dan toch iets doén of creëren, heb je nood aan structuur, ga je de kracht van discipline weer waarderen… Ook dat doet dan ineens superdeugd.
27. Dat het leven veel opener en breder en meer ‘vol MOGELIJKHEDEN’ voor me lijkt te liggen dan een jaar geleden. Alsof ondanks wat er in de wereld speelt op de een of andere manier toch vreemd genoeg ‘alles mogelijk blijft’.
28. Dat in de beperking de mogelijkheid ligt, in de onvrijheid de vrijheid, in de angst de vernieuwing, in het loslaten het vinden. En in elke dag een heel NIEUW BEGIN.
29. Dat alles VOORTSCHRIJDEND INZICHT is. En dat ik elke dag meer begrijp dan gisteren. Dus dat ik morgen misschien weer iets heel anders zou schrijven dan vandaag… En dat dat perfect is zoals het is. ;-)
See you – somewhere – on the road!
Comments