ANNE
VOORWOORD
Ik kijk naar de kaarten die voor me liggen. Links de kaart die me vertelt wat er zal gebeuren als ik de job blijf doen die ik doe. Rechts de kaart die laat weten wat me te wachten staat als ik beslis weg te gaan. Links belooft me een depressie, een burn-out. Rechts een totale instorting van mijn bestaande fundament; alle houvast in mijn leven die me niet meer dient, zal verdwijnen. Ik kies voor rechts.
Wat gebeurt er als je een aantal basiszekerheden loslaat en besluit mee te gaan met de stroom van het leven, zoals die zich aandient? Dat is het experiment dat ik de afgelopen jaren aanging, toen ik besloot mijn functie als hoofdredacteur bij Psychologies magazine los te laten en mijn meubels bij vrienden op te slaan. Het huis dat ik huurde, werd verkocht en Ton, mijn partner, en ik vonden niet meteen de juiste plek om samen te gaan wonen. Omdat ik absoluut toe was aan herbronning besloot ik een aantal sabbatmaanden te nemen en liet ik dus ook mijn financiële zekerheid los. Alsof dat niet genoeg was, stierf mijn vader, die altijd mijn rots in de branding geweest was, de dag voor mijn verhuizing. Dat mijn bestaande fundament door elkaar werd geschud, was dus niet gelogen. En dat was nog maar het begin van het verhaal. Want terwijl ik dacht dat ik al met al een paar maanden digital nomad zou zijn en samen met Ton met de camper rond zou toeren door West-Europa, op zoek naar een fijne plek om samen te wonen, werd het uiteindelijk een zwerftocht van ruim drie jaar.
Intuïtief navigerend van de ene plek naar de andere leerde ik met vallen en opstaan te vertrouwen dat het leven je alles geeft wat je nodig hebt, als je je hart durft te volgen. ‘Als je de weg van je ziel gaat, wordt er voor je gezorgd’, hoorde ik inderdaad bevestigen en hoe spannend ik het onderweg ook vaak vond, achteraf bekeken kan ik alleen maar beamen dat dit effectief zo is. Als je vanuit je hart leert te denken en te leven, plooit de werkelijkheid zich op de een of andere gekke manier naar je toe. Maar o – de weg daarnaartoe.
Als je fundamenten worden aangetast en je het onbekende en onzekere instapt, stel je jezelf veel vragen. En dat deed ik ook, letterlijk. Ik had tijdens de eerste lockdownmaanden van corona de gewoonte ontwikkeld om elke dag, met mijn laptop voor me, de vragen te stellen waar ik mee zat, mijn ogen te sluiten, mijn hoofd leeg te maken en te zien welke antwoorden er spontaan uit me zouden komen. De befaamde ‘innerlijke dialoog’. Diep vanbinnen weet je wat juist voor je is, zeker als je de rust kan vinden om je te openen voor alle mogelijkheden.
Het gekke was dat die innerlijke gesprekken steeds meer uitdraaiden op een dialoog tussen mij en een alter ego in mezelf, die ik ging ervaren als een zachte, oude, wijze man. Een soort van grootvader of raadgever die me altijd gerust wist te stellen met zijn wijs advies en me vaak ook verbaasde met nieuwe inzichten. Is het mijn animus, zoals de Zwitserse psychiater Carl Jung dat mannelijke stuk van onze vrouwelijke psyche noemde; mijn innerlijke man die de weg weet en me op mijn levenspad vergezelt? Zijn er in ons bewustzijn andere delen van onszelf of buiten onszelf waar we mee kunnen communiceren? Wie zal het zeggen? De laatste drie jaar heb ik me er in stijgende mate over verbaasd hoe we als mens blijkbaar toegang hebben tot een veel diepere, hogere, bredere vorm van kennis; een wijze intelligentie die ons soms bijna mystieke informatie geeft. En hoe we tegelijk dat kleine mensje zijn dat daar in het dagelijkse leven geweldig mee worstelt.
Omdat die innerlijke dialoog me verder hielp en ik er vooral rustig van werd, liet ik de gesprekken maar komen en riep ik die innerlijke zachtmoedige stem regelmatig aan om me thema’s te helpen duiden die ik onderweg tegenkwam. Hoe doe je dat, rustig blijven in tijden van crisis? Waar hou je je aan vast, als je niet goed ziet waar je carrière naartoe wil en je geen geld verdient? Hoe blijf je vertrouwen dat alles goed komt als je maar geen thuisplek lijkt te vinden? Hoe doe je dat, living by being and not by doing, hoe verjaag je dan het gevoel ‘nutteloos te zijn’ en wie betaalt dan de rekeningen? Waarom duwt het leven Ton en mij steeds verder de wijde wereld in, terwijl we er eigenlijk naar verlangen om ons te vestigen? Wat is het grotere plan achter dit alles, als dat er al is? Ik kan je zeggen: het is handig als je iemand vindt die daar antwoorden op wil geven. ;-) Ook al is dat antwoord soms minder conventioneel dan je zou willen.
‘Door je huidige onzekere leven kan je vaardigheden ontwikkelen die je nodig zal hebben in de tijden die eraan komen’, zo kreeg ik als antwoord. ‘En jij niet alleen. Mensen zullen steeds vaker uitgedaagd worden in hun fundamenten en basisovertuigingen en het vraagt nieuwe vaardigheden om daarmee om te gaan. De nieuwe mens moet aangepast zijn aan de nieuwe uitdagingen en jij krijgt de kans om dit te leren. In de uitdagingen die eraankomen, helpt het om geen controle te willen houden of het oude niet per se te willen behouden. Maar juist mee te stromen met wat zich aandient en te vertrouwen op de intelligentie van het lichaam en de leiding van het leven. Alleen leer je die vaardigheden niet zomaar. Je kan ze ook niet leren uit een boek, je moet ze je door ervaring eigen maken. Door wat jullie nu meemaken, krijgen jullie die kans.’
Al reizend begreep ik dat dit onconventionele parcours me gaandeweg leerde switchen van hoofd naar hart, van angst naar vertrouwen, van controle naar overgave, van doen naar zijn, van onmogelijk naar mogelijk, van denken in termen van tekort naar denken in termen van overvloed… Om zo langzaam te evolueren naar een andere manier van zijn en een andere manier om in het leven te staan. Een manier die ons in deze veranderende en crisisvolle tijden inderdaad best zou (kunnen) dienen. Meer nog: in deze vaardigheden of survival skills, zoals ik ze ging noemen, liggen misschien een aantal wezenlijke krijtlijnen die de nieuwe mens zouden kunnen definiëren. Of althans: een bepaalde versie van toekomstig mens-zijn waar we voor kunnen kiezen.
‘Allez vooruit,’ dacht ik toen de laatste dag van mijn huurcontract aanbrak en er nog steeds geen ander huis opgedoken was, ‘laten we dan maar voor dit experiment gaan. It could come in handy.’ Niet alleen voor mij, maar dus ook voor anderen, die misschien zelf niet de tijd en zin hebben om zich een weg te banen door die ongekende jungle.
En de dag na de begrafenis van mijn vader sloeg ik de deur van mijn oude stabiele leven voorgoed achter me dicht, stapte naast Ton in de camper die we van vrienden hadden geleend en ging op weg. Into the unknown. Het onbekende tegemoet.
UIT: Into the Unknown - Sprong in het onbekende, Anne Wislez, Tree of Life Publications (2024)