
‘You must come to Sudan’, zei de oude man, terwijl hij onze handen langer vasthield dan nodig. Het was november 2018. We waren in Abu Simbel beland, aan de grens tussen Egypte en Soedan, en waren bij aankomst in ons hotel getuige van een familiefeest, waarbij verschillende takken van een grote clan Nubiërs elkaar na bijna vijftig jaren scheiding voor het eerst weer zagen. Bij het bouwen van de dam in de Nijl bij Aswan was het Nubische grondgebied ondergelopen en waren hele stammen gevlucht naar Soedan. Toen de grenzen gesloten werden, werden families decennialang van elkaar gescheiden. Sinds enkele jaren zijn de grenzen heropend en eindelijk vonden de familieleden elkaar weer. Het herenigingsfeest vond plaats op het dak van ons hotel en als vanzelfsprekend werden we uitgenodigd om mee te dansen en te feesten. Hussein, de stamoudste, gebaarde ons van bij aanvang meteen al naast hem plaats te nemen.
'You must come to Sudan', herhaalde hij nogmaals bij het afscheid, terwijl hij ons diep in de ogen keek. Ik betrapte me op een beleefde glimlach, ervan uitgaand dat hij iedereen pro forma uitnodigde om zijn land te bezoeken, maar hij liet onze handen niet los. ‘I hope you understand what I mean’, herhaalde hij voor een derde keer nadrukkelijk, onze blik vasthoudend: ‘You must come to Sudan.’
'You must come to Sudan', zei de stamoudste voor de derde keer, terwijl hij ons indringend in de ogen keek. Zijn woorden lieten ons niet los.
Zijn woorden lieten ons niet los. Meestal trekken we naar een land als we ons op een bepaalde manier geroepen voelen. Soms gebeurt dat letterlijk, zoals nu. Als we 'werken' in een land, merken we altijd dat een 'oudste' ons daar op de een of andere manier toestemming voor geeft. Zelfs voelen we ons al een hele tijd aangestuurd om de Nijl op te varen, van monding naar de bron. Na Egypte plannen we een reis naar Ethiopië, en in die context is het helemaal niet onlogisch om ook Soedan aan te doen.
En zo komt het dat we een goed jaar later op de boot zitten, op weg naar Wadi Halfa.
Niet dat ik er erg naar uitkijk. In mijn vage recollectie is Soedan een gevaarlijk, militaristisch land waar mensenrechten geschonden worden en burgeroorlogen woeden, en waar je dus maar beter uit wegblijft. Toeval wil dat door het aftreden van president al-Bashir in de zomer van 2019 een eerste overeenkomst is ondertekend voor het gradueel uitbouwen van een burgerregering, met de belofte van verkiezingen over twee jaar, waardoor het klimaat rustiger is en we makkelijk door het noorden van het land kunnen reizen. Sadek, een bevriend Egyptenaar en reisorganisator, stippelt voor ons een mooi, zij het wat overladen parcours uit van Wadi Halfa aan de grens tot aan de hoofdstad Khartoum, waar de witte en de blauwe Nijl elkaar vinden en samen verdervloeien naar het noorden. Maar wat we er werkelijk mogen verwachten en waarom we daar zijn, is ons een raadsel.
Toch voelen naast Ton en mij, ook Ankh, Marcel en Monique zich uitdrukkelijk geroepen om te gaan, en gehorig als we zijn, gaan we onderweg. Op weg door het oude Nubië, want zo werd Soedan vroeger genoemd – zo zien we op een oude wereldkaart. ‘Nub’ betekent overigens ‘goud’.
Op zich weten we op zo’n reis nooit wat ons te wachten staat. Ton, mijn lief, hoort al jaren diep vanbinnen een zachte, wijze stem, die een diepere mythische laag van zo’n reis vertaalt. Hij is gewend om daarnaar te luisteren, zonder censuur, en het te nemen voor wat het brengt. Het voelt soms wat onwezenlijk en magisch aan, maar als je even alle vooroordelen loslaat en je durft over te geven aan het verhaal, resoneert het diep vanbinnen vaak met een diepere waarheid, een mythologisch gegeven dat op de één of andere manier ook in het echte leven een vertaling vindt.
Voor we de boot nemen naar Wadi Halfa krijgt hij het volgende verhaal te horen, als een sprookje uit oude tijden:
'Welcome, welcome, welcome', zegt een vrouwenstem. 'You who are about to enter the kingdom of the sun goddess, the kingdom of Kush, the kingdom of Gold. We were here a very very long time ago in the beginning days of human civilisation. This was a grand empire, connected to the stars and to the land. It was fertile, green and lush and we were connected to the great sun. She who gave life to us by shedding light upon this land. This has all been long forgotten. You who are at the end of this long lineage of civilisations, facing the destruction of your home planet, you come to return to this paradise, the start where everything began.
I was the ruler of this kingdom, or you could better call it queendom. But ruling had a very different connotation in our time. It was to be a vessel, an instrument between the world of the gods, the other dimensions, and this earthly plane. So I embodied all of civilisation and all of humankind. I was seen as a goddess in later times and then I took form in the goddesses of Isis and Hathor, but that was already very much later. It was just a remembrance of my physical presence on earth. Because I wás here in an earthly manifestation, in a physical body. Embodying the planet with all its life, animals and human beings.
You who are in search of Mother Earth, I will lead you towards the holiest of holiest, the arc of the covenant, the containment of creation. It is within your hearts that you will find the keys to this secret which you will need to unlock the door to another future.
Many blessings on your journey and I will be with you till the Gathering of the Tribes. Aho.'
Komentar